Natte teelt in de Burkmeer

Natte teelt in de Burkmeerpolder

Het nat houden van een veenbodem is dus essentieel om bodemdaling, en daarmee CO2 uitstoot, tegen te gaan. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan.

Het laag houden van de grondwaterstand is belangrijk voor effectief agrarisch gebruik van de grond. Als veehouder is een natte veenbodem niet bruikbaar. Koeien en schapen kunnen er niet goed lopen en de boer kan niet met grote machines het land op zonder dat ze wegzakken in de zachte grond. Een grondwaterspiegel van tot zo’n 30 centimeter onder het maaiveld is in principe goed voor boer en grond. Het nadeel hiervan is dat, in periodes van droogte, het waterpeil ineens met wel een meter kan zakken. Dit zorgt voor problemen voor de veenbodem, die droogt uit en klinkt in. Maar ook voor de boer is dit niet goed, een té lage grondwaterspiegel heeft negatieve effecten op de kwaliteit van het gras, en daarmee op de producten die het vee produceert.

Er zijn een …

Het laag houden van de grondwaterstand is belangrijk voor effectief agrarisch gebruik van de grond. Als veehouder is een natte veenbodem niet bruikbaar. Koeien en schapen kunnen er niet goed lopen en de boer kan niet met grote machines het land op zonder dat ze wegzakken in de zachte grond. Een grondwaterspiegel van tot zo’n 30 centimeter onder het maaiveld is in principe goed voor boer en grond. Het nadeel hiervan is dat, in periodes van droogte, het waterpeil ineens met wel een meter kan zakken. Dit zorgt voor problemen voor de veenbodem, die droogt uit en klinkt in. Maar ook voor de boer is dit niet goed, een té lage grondwaterspiegel heeft negatieve effecten op de kwaliteit van het gras, en daarmee op de producten die het vee produceert.

Er zijn een aantal maatregelen te namen om het grondwater op peil te houden in droge en natte periodes, greppels of drukdrains bijvoorbeeld. Effectieve ingrepen, maar kostbaar en arbeidsintensief. Idealiter zou de veengrond helemáál onder water staan. Dan zou er geen risico zijn tot het uitdrogen van de bodem. Maar dan moeten boeren wél op zoek naar een alternatieve inkomstenbron.

Natte gewassen

Eén van deze alternatieven is het telen van ‘natte gewassen’, ook wel paludicultuur genoemd (van het Latijnse ‘palus’, dat moeras betekent) . Je hebt het vast wel eens gezien, de rijstvelden in Azië en Afrika. Uitgestrekte velden of terrassen met ondiepe poeltjes water, waar de rijstplantjes rij aan rij in groeien. Dit is een voorbeeld van paladicultuur. Gewassen die geteeld worden bij een waterpeil boven het maaiveld. In Nederland zijn de omstandigheden niet ideaal voor een rijstplantje, dat het liefste groeit bij temperaturen boven de 24 graden.

Gelukkig zijn er in Nederland ook inheemse planten die in water willen groeien. Bijvoorbeeld Lisdodde, alom bekend als rietsigaren. Deze plant komt van nature voor in moerasgebieden en groeit daarom heel graag in een laagje water. Van waar je nu staat heb je een goed uitzicht over de Burkmeerpolder. In deze kleine polder voert lisdoddeboer Aldert van Weeren in opdracht van de gemeente Amsterdam een aantal jaar een proef uit met het telen van Lisdodde. Hoe kan dit het beste aangepakt worden, en hoe kan het rendabel zijn? Voor deze proef is de Burkmeer een ideale locatie. De polder is nog relatief jong. Pas 150 jaar geleden werd het meer dat hier lag drooggelegd, hierdoor is de veenbodem nog erg nat. Als je goed kijkt kun je zien dat de polder door zijn diepe ligging net een soort ‘badkuip’ vormt. Dit zorgt ervoor dat het gebied makkelijk onder water gezet kan worden, terwijl de dijken aan de buitenkant droog blijven. Ongeveer 30 hectare van de polder is geschikt voor het telen van Lisdodde.

Wil je meer weten over het wondergewas Lisdodde en waarom dit in de Burkmeerpolder ingezet wordt? Vervolg dan de route en leer meer over dit bijzondere project.

Neem alvast een kijkje

Locatie