
Bruine Beuk | Fagus sylvatica 'Atropunicea'
Er zijn meerdere soorten beuken, maar deze soort komt alleen in Europa voor. Beuken horen bij de familie van de napjesdragers.
Beuken willen niet overal groeien. De boom komt voor in het eindstadium van de bosontwikkeling. De bodem moet vochthoudend zijn en goed doorlatend. De grondwaterstand mag niet te hoog zijn en zeker niet te droog. De beuk leeft in symbiose met een schimmel. Zonder de schimmel zal de boom moeilijk groeien.
Als ze groeien kunnen het forse bomen worden. In bossen is 35 meter geen uitzondering. Als solitair worden ze ook nog eens erg breed. Door het zure blad en de dichte kroon wil er onder een beuk weinig groeien. Beukenbossen zijn dus erg open.
Roodbladige beuken zijn erg in trek in grote tuinen en landgoederen en op bijzondere plaatsen in parken. Ze trekken de aandacht gedurende een groot deel van het jaar.